Thomas Gloag behoort tot een opvallende categorie renners die kiezen voor een stap buiten de WorldTour om vooruitgang te boeken. Na drie seizoenen bij Visma | Lease a Bike trekt de 24-jarige Brit naar Pinarello – Q36.5 Pro Cycling, waar hij hoopt wél de ruimte te krijgen die hij nodig heeft om door te groeien. Is het een stap terug? Of juist de enige logische stap vooruit? In gesprek met Cycling Weekly schetst Gloag zelf de nuance.

“Hun boodschap was duidelijk”

Gloag werd bij Trinity Racing nog beschouwd als een van de grootste Britse talenten. Ook bij Visma | Lease a Bike blonk hij met momenten uit, maar de structurele kansen bleven beperkt. “Ik had een geweldige tijd bij Visma, en er waren wat gesprekken of ik zou blijven, maar ze waren vrij duidelijk over wat ze me konden bieden,” legt hij uit.

Met renners als Jonas Vingegaard, Wout van Aert, Simon Yates, Sepp Kuss en Matteo Jorgenson binnen hetzelfde team was het moeilijk om zijn eigen plek te veroveren. “Ze hebben zoveel fantastische renners, waardoor het een betere optie was om naar Q36.5 over te stappen, een team dat alle drie de grote rondes zou moeten rijden.” 

“Kurt heeft zijn nek voor me uitgestoken”

Dat Q36.5 voor 2026 kan rekenen op een privilegeplek net buiten de WorldTour — waardoor het automatisch mag starten in de grote rondes — vormde voor Gloag een extra motivatie. Maar er was nog een factor: vertrouwde begeleiding. Bij de Zwitserse ploeg ontmoet hij opnieuw Kurt Bogaerts, die hem bij Trinity Racing onder zijn vleugels nam en nu met Tom Pidcock is meegegaan.

“Kurt heeft zijn nek voor me uitgestoken, dat betekende veel voor me. Hij en de mensen om hem heen zijn heel slim, waardoor het een makkelijke beslissing werd.”

Voor velen is rijden bij Visma | Lease a Bike een droom, en dat gold ook voor Gloag. Maar mede door blessureleed — een zware val hield hem een jaar aan de kant — werd het avontuur anders dan gehoopt. Toch kijkt hij met appreciatie terug. “De beste beschrijving is up and down”