
Michael Vanthourenhout (Pauwels Sauzen-Altez) heeft voor het eerst in zijn carrière zijn “thuiscross” in Ruddervoorde kunnen winnen. In een bloedstollende finale kon hij Joris Nieuwenhuis net afhouden in de sprint. Toon Aerts ging in de laatste bocht onderuit.
Verandering van spijs doet eten, dachten ze bij de organisatie en ze beslisten om een groot deel van de omloop in de omgekeerde richting van normaal af te werken.
“Dat zal niet veel veranderen”, voorspelde crossorakel Paul Herygers. En hij kreeg gelijk, want het werd opnieuw treintje rijden doorheen de velden van Ruddervoorde. Alleen de treinbestuurder veranderde af en toe van naam.
Joris Nieuwenhuis geraakte het als eerste beu. Achter hem wou niemand zijn eigen kansen opofferen, waardoor de Nederlander een maximale voorsprong uitbouwde van 13 seconden.
Met vereende krachten lukte het dan toch om de haas te vangen. Maar nog was de pijp van Nieuwenhuis niet uit. Hij zou de grootste uitdager worden van Michael Vanthourenhout in de slotronde.
De jongens van Crelan-Corendon – oppermachtig in dit seizoensbegin en met Joran Wyseure als titelverdediger in hun gelederen – moesten lijdzaam toekijken hoe de wedstrijd vooraan beslist werd.
Dat gebeurde in het zand. Vanthourenhout geraakte niet al rijdend voorbij Nieuwenhuis, maar met zijn fiets op zijn schouder trok hij een sprintje naar de kop.
Die gaf hij niet meer af, ook al drong Nieuwenhuis tot de allerlaatste centimeters aan. Toon Aerts leek op zijn verjaardag op weg naar het podium, maar hij wou meer, overspeelde zijn hand en ging onderuit in de bocht.
Vanthourenhout: “Het was tot over de limiet”
- Michael Vanthourenhout (winnaar): “Het was tot op de limiet, of erover zelfs. Maar als je wint, maakt dat veel goed. Ik vond dat Joris in de zandpassage vrij traag afstapte en naar boven liep. Daar probeerde ik hem daar voorbij te steken. Vanaf dan was het alles of niets. Dit is een cross die maar op 10 kilometer van mijn ouderlijk huis is. Ik kom hier altijd graag, maar kon hier nooit eerder winnen. Leuk dat ik dat ook kan afvinken.”
- Joris Nieuwenhuis (tweede): “Ik heb exact gedaan wat ik wou doen vandaag: gewoon koersen. Richard (Groenendaal, zijn ploegleider) kon er niet goed tegen dat er de hele tijd naar elkaar gekeken werd. Ik dacht: laat ze maar naar elkaar kijken als ik een gat heb. Toen ze toch terugkwamen, dacht ik dat ze er meteen over zouden gaan, maar ze zaten blijkbaar ook kapot. Op het einde verzuurde ik in het zand. Ik zat nog wel op zijn wiel, maar het was klaar.”
- Niels Vandeputte (derde): “Gisteren was ik ook derde, maar dit voelt toch anders aan. Nu was het mijn eigen fout dat ik niet meestreed voor de overwinning. Ik rijd bijna de perfecte wedstrijd, maar bij het ingaan van de laatste ronde laat ik me een beetje in slaap wiegen, waardoor ik veel te ver het veld indraai. Dat bekoop ik op het einde. Ik rijd nog een goeie finale, maar niet om te winnen.”