
Herman Brusselmans (68) zal niet langer te zien zijn als jurylid in ‘De slimste mens ter wereld’. Dat maakt de auteur bekend in ‘Radio 2 Weekwatchers’ bij Ruben Van Gucht. “Mijn besluit staat vast”, klinkt het. “Daar zitten te veel mensen die niets meer met het vak te maken hebben.” Zender Play laat weten dat ze wél nog willen samenwerken. “Herman blijft welkom als gewaardeerd jurylid.”
“Ik ben bij ‘De slimste tafel’ geweest en daar heb ik al een soort hint gegeven”, vertelt Herman Brusselmans op Radio 2. “Maar ik ga definitief stoppen als jurylid in ‘De slimste mens’.” De auteur heeft het besluit genomen nadat hij afgelopen seizoen slechts twee keer in de jury heeft mogen zetelen.
“Ze hadden vooraf gezegd dat er veel juryleden waren en dat ik dus niet veel zou kunnen komen. Ik ben daar twee keer geweest, andere juryleden zijn daar meerdere keren geweest. Volgens mij zit er iets achter”, gaat hij verder. “Ik ga met Erik Van Looy wel eens samenzitten. Ik zou er graag een uitleg voor willen.”
Ook deelt Brusselmans een sneer uit aan de andere juryleden. “De jury is een soort vak binnen het geheel en daar zitten veel te veel mensen die met dat vak niets te maken hebben”, legt hij uit. “Stand-upcomedians, dat zijn vakmensen. Maar als je scoort in de quiz en een jaar later ben je meteen jurylid, dan is dat geen vak.”
“Ik voel me niet meer thuis”
“Ik heb seizoenen gehad waarin ik twaalf, dertien keer jurylid was, met een kleine groep zoals Jeroom en Philippe Geubels”, vervolgt Herman. “En nu zitten er mensen van wie ik denk: ‘Wat zitten die daar te doen?’” Ook haalt de auteur aan dat de onbekende deelnemers plots veel bekendheid verwerven.
“Zoals die Felix, die gewonnen heeft. Hij is plots een van de bekendste Vlamingen die er zijn. Ik voel mij niet meer thuis in dat wereldje”, benadrukt hij. “Die mensen zijn ook allemaal veel jonger.” Daarom heeft Brusselmans besloten de eer aan zichzelf te houden. “Ik ben niet buitengeschopt”, verduidelijkt hij. “Maar er zijn heel wat veranderingen. Dus mijn besluit staat vast en daar blijf ik bij.”