
De zee is altijd belangrijk geweest voor Bart Kaëll (65) en Luc Appermont (76), professioneel én privé. Het is ook waar ze elkaar een kleine halve eeuw geleden voor het eerst ontmoetten. Voor hun tiende huwelijksverjaardag keren ze terug naar de plek waar het allemaal begon, een taverne in De Haan. “Ik zag dat Bart erg zenuwachtig was”, vertellen ze in ‘Dag Allemaal’.
‘Onderweg’, zo heet de theatertournee van Bart Kaëll waarmee hij de komende weken onder meer in Heist-op-den-Berg en Oostende halt houdt. Bart is dit jaar immers 40 jaar onderweg als zanger. Hij is inmiddels ook al 45 jaar onderweg als partner van Luc, waarvan 10 jaar getrouwd. Ter gelegenheid van dat tinnen jubileum, op 25 oktober, keren we terug naar de taverne in De Haan waar Bart en Luc elkaar voor de eerste keer in de ogen keken, en die toen nog The Old Corner heette.
“De deur en de dorpel zijn nog net hetzelfde”, zegt Luc terwijl hij de deur openduwt. “Zie, de dorpel is helemaal afgesleten. Hier heb ik bijna vijftig jaar geleden voor het eerst mijn voet op gezet.”
Waren jullie hier al eens terug geweest, heren?
Luc: “Iedere keer als we van Blankenberge terugrijden naar Oostende, waar we een appartement hebben, zegt Bart: ‘Luc, daar is dat café!’ Dan zeg ik: ‘Ja Bart, dat heb je al honderd keer verteld!’”
Bart: “(lacht) Het is intussen een running gag geworden. Maar eigenlijk is dit de eerste keer na al die jaren dat we hier weer binnenkomen. (kijkt rond) Er is wel veel veranderd. (wijst) Die open keuken was er bijvoorbeeld niet.”
Hoe kwamen jullie hier terecht?
Bart: “Het jaar vóór we elkaar ontmoetten, deed ik een vakantiejob in de keuken van een hotel. Ik deed de afwas en schilde de patatten. ’s Avonds kwam ik hier soms samen met mijn baas een glas drinken. Op een dag zat de patron hier met de handen in het haar nadat een van zijn garçons het was afgetrapt. Mijn baas zei: ‘Bart, als je wilt, mag je hier komen werken.’ Omdat ik dat leuker vond dan patatten schillen in de kelder, ben ik ervoor gegaan. Ik was toen 18 en zat aan de kunsthumaniora in Gent.”
‘Onderweg’, zo heet de theatertournee van Bart Kaëll waarmee hij de komende weken onder meer in Heist-op-den-Berg en Oostende halt houdt. Bart is dit jaar immers 40 jaar onderweg als zanger. Hij is inmiddels ook al 45 jaar onderweg als partner van Luc, waarvan 10 jaar getrouwd. Ter gelegenheid van dat tinnen jubileum, op 25 oktober, keren we terug naar de taverne in De Haan waar Bart en Luc elkaar voor de eerste keer in de ogen keken, en die toen nog The Old Corner heette.
“De deur en de dorpel zijn nog net hetzelfde”, zegt Luc terwijl hij de deur openduwt. “Zie, de dorpel is helemaal afgesleten. Hier heb ik bijna vijftig jaar geleden voor het eerst mijn voet op gezet.”
Waren jullie hier al eens terug geweest, heren?
Luc: “Iedere keer als we van Blankenberge terugrijden naar Oostende, waar we een appartement hebben, zegt Bart: ‘Luc, daar is dat café!’ Dan zeg ik: ‘Ja Bart, dat heb je al honderd keer verteld!’”
Bart: “(lacht) Het is intussen een running gag geworden. Maar eigenlijk is dit de eerste keer na al die jaren dat we hier weer binnenkomen. (kijkt rond) Er is wel veel veranderd. (wijst) Die open keuken was er bijvoorbeeld niet.”
Hoe kwamen jullie hier terecht?
Bart: “Het jaar vóór we elkaar ontmoetten, deed ik een vakantiejob in de keuken van een hotel. Ik deed de afwas en schilde de patatten. ’s Avonds kwam ik hier soms samen met mijn baas een glas drinken. Op een dag zat de patron hier met de handen in het haar nadat een van zijn garçons het was afgetrapt. Mijn baas zei: ‘Bart, als je wilt, mag je hier komen werken.’ Omdat ik dat leuker vond dan patatten schillen in de kelder, ben ik ervoor gegaan. Ik was toen 18 en zat aan de kunsthumaniora in Gent.”
Luc, had jij snel door dat Bart eigenlijk méér wilde?
Luc: “Nee, dat heeft allemaal een tijdje geduurd. Ik voelde wel dat hij gemotiveerd was. De keer nadat hij mij dat kaartje had gegeven, zei hij: ‘Ik zou ook graag zanger worden.’ Toen heb ik hem aangeraden om kleinkunst te gaan studeren aan Studio Herman Teirlinck. Ik had dat zelf ook gedaan, en in mijn ogen was dat de enige deftige opleiding om in het vak te gaan.”
Bart: “Toen heb ik aan Luc gevraagd of we een keer konden afspreken, om mij voor te bereiden op het ingangsexamen.”
Luc: “Ik dacht: waarom niet? Maar op dat moment zocht ik daar zeker nog niet méér achter.”
Had jíj al bijbedoelingen, Bart? Of was jouw interesse ook puur professioneel?
Bart: “Ik voelde op dat moment al een klik. Ik vond jou een heel leuke man.”
Luc: “Ach Bart, je was er toen zelf nog niet uit wat je wou.”
Bart: “(met overtuiging) Jawel! (hilariteit) Uiteraard was mijn carrière belangrijk, maar ik was gewoon heel graag bij Luc. Hij kon zo goed praten en vertellen. Enkele weken na onze eerste ontmoeting ging ik een maand met vrienden op vakantie. Ik heb toen vanuit Griekenland nog een brief gestuurd naar Luc omdat ik het contact warm wilde houden.”
Luc: “Daarna heb ik Bart opgenomen in mijn ploeg van de Baccarabeker (Vlaamse liedjeswedstrijd van 1981 tot 1990, red.) en is hij mee op kusttournee geweest.”
Wanneer zijn jullie dan precies een koppel geworden?
Luc: “Een jaar later of zo. Ik kan daar geen datum op plakken, dat is organisch gegroeid.”
Bart: “We spraken steeds vaker ook buiten het werk af. We maakten lange wandelingen en hadden goede gesprekken, en zo leerden we elkaar steeds beter kennen. Tot we uiteindelijk een koppel werden.”
Zot van de zee
We trekken de deur van The Old Corner achter ons dicht en rijden naar Oostende, waar Luc en Bart al 35 jaar een appartement bezitten vlak bij de haven. De zee heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in hun leven, zelfs al vóór ze een koppel waren.
Bart: “Ik was als kind al zot van de zee. We gingen elk jaar minstens één keer op zondag met de frigobox naar zee.”
Luc: “Voor mij begon de kust betekenis te krijgen op de dag dat ik ben afgestudeerd als presentator.”
Jullie hebben allebei heel vaak aan zee opgetreden.
Luc: “Alles was hier te doen. Ik studeerde eind juni af, en op 1 juli ging ik aan de slag in het eerste kleinkunsttheater in Blankenberge, samen met Connie Neefs en Liliane Dorekens. De zee is belangrijk voor ons. En Oostende is de ideale uitvalsbasis voor de kust, van Knokke tot De Panne.”
Logisch dat je dan een pied-à-terre koopt…
Luc: “We hebben lange tijd iets gehuurd, tot ze dit appartement gebouwd hebben. Maar eerlijk, ik denk niet dat we al één keer naar hier gekomen zijn als het niet werkgerelateerd was. Gisteren had Bart een optreden in Gent en morgen moeten we in Knokke zijn, dus verblijven we hier drie dagen. Maar gewoon drie dagen vakantie aan zee? Nee, dat is er nog nooit van gekomen.”
Wat doen jullie als jullie hier in Oostende zijn?
Bart: “Lange wandelingen maken op de dijk of op het strand. En nog liever in de winter dan in de zomer, want dan is er minder volk.”
Luc: “En dan kunnen we ons beter vermommen. (lacht)”
Bart: “Brilletjes en petjes helpen al veel, hoor. We hebben een uitgebreide collectie.”
Luc: “En dan zijn er nóg mensen die ons herkennen. Dan denk ik: hoe kan dat nu? Ik herken mezelf niet eens meer! (lacht)”
We zitten hier vandaag omdat jullie tien jaar getrouwd zijn, een tinnen huwelijk.
Bart: “Kort voor we besloten te huwen, mocht een bevriend koppel in een ziekenhuis in het buitenland niet bij elkaar, omdat ze geen familie waren. Ik heb toen gezegd: ‘Luc dat gaat ons niet overkomen!’”
En dus heb jij Luc ten huwelijk gevraagd?
Bart: “Niet helemaal… Toen Luc instemde, heb ik gezegd dat híj het officieel moest vragen. Hij heeft dat gedaan in een restaurant in Parijs, zonder veel poeha. Daarna heeft het wel nog meer dan twee jaar geduurd voor we getrouwd zijn.”
Luc: “Met onze burgemeester heb ik kunnen regelen dat we op een zondagvoormiddag konden trouwen, zonder pottenkijkers. Niemand wist ervan, enkel mijn getuige en Gert Verhulst, de getuige van Bart. Zelfs de mama van Bart wist van niks. Zij was daar wel een beetje van in haar gat gebeten, en terecht.”
Heeft trouwen iets veranderd in jullie relatie?
Bart: “Het voelt geruster op een of andere manier. Ze gaan nooit kunnen zeggen dat wij niet samen mogen zijn, waar we ook zijn.”
Luc: “Ik ben heel blij dat een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht tegenwoordig kan. Toen ik twintig was, was dat ondenkbaar. Maar ik blijf het moeilijk vinden om Bart ‘mijn man’ te noemen. Ik vind het heel fijn om getrouwd te zijn, maar om daarmee uit te pakken… Daarvoor kom ik echt uit een te vroeg tijdperk.”
Jullie zijn niet het koppel dat hand in hand over de dijk loopt?
Luc: “Nee, mocht ik gehuwd zijn met een vrouw en kinderen hebben, zou ik dat ook niet doen. Ik ben daar te nuchter voor. Ik heb dat bij mijn ouders ook nooit gezien.”
Bart: “Als we ergens op reis zijn en we zijn alleen bij een prachtige zonsondergang, zal ik hem weleens een kus geven. Maar verder… Wij zijn van het principe: ‘Doe maar gewoon, dat is al zot genoeg.’”