
Frans Weisz is zondag op 87-jarige leeftijd overleden. Dat bevestigt producent Matthijs van Heijningen, die zijn laatste film produceerde en goed bevriend met hem was, aan het ANP na berichtgeving hierover van ‘NRC’. De filmregisseur, bekend van films als ‘De Inbreker’ en ‘Het gangstermeisje’, leed aan de ziekte van Alzheimer.
Weisz was een vooraanstaand Nederlands film- en televisieregisseur met een carrière van meer dan vijftig jaar. Hij ontving Gouden Kalveren voor de films ‘Leedvermaak’ en ‘Bij nader inzien’. In 2018 werd hij voor zijn verdiensten voor de Nederlandse film geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Zijn laatste grote film was Het leven is ‘vurrukkulluk’, een verfilming van het gelijknamige boek van Remco Campert. In deze film uit 2018 speelde zijn zoon Géza de hoofdrol.
De filmregisseur begon met een studie aan de toneelschool, maar gaf die na een jaar op om naar de Amsterdamse Filmacademie te gaan. Hij kreeg een studiebeurs voor de Italiaanse filmschool Centro Sperimentale di Cinematografia in Rome. Als zoon van twee Joodse ouders, van wie zijn vader werd vermoord in Auschwitz en zijn moeder de Holocaust overleefde, stond zijn leven in het teken van de Tweede Wereldoorlog. Zelf zat Weisz ondergedoken bij een boerengezin in Limburg.
In 1981 maakte hij de geprezen film ‘Charlotte’ over de Joodse kunstenares Charlotte Salomon. Weisz beschouwde Charlotte als een van zijn belangrijkste films: “Ik zou mijn leven kunnen indelen in de periode vóór Charlotte en na Charlotte,” zei hij in een NRC-interview.
In 2023 kwam het boek ‘Dagboek van een filmmaker’ uit, waarin stukken uit dagboeken zijn gebundeld die hij bijhield gedurende de opnames van zijn films.
Ontroerend bericht
Zijn zoon, acteur Géza Weisz, deelde in juni dit jaar een ontroerend bericht over zijn vader. “Langzaam glip je bij me weg en nu al mis ik je zo ontzettend. Terwijl ik je mond schoonveeg, je stevig omhels en je een fijne vaderdag toefluister, probeer ik mezelf te troosten, met de gedachte dat je er nog wel bent. Ik hou van je pap; ondanks dat je misschien niet meer precies weet wie ik ben, weet ik zeker dat je dat heel goed voelt.”